De aanleg van de spoorwegen in de negentiende eeuw en later de Westelijke Randweg, waarmee gestart werd eind vijftiger jaren van de vorige eeuw, veroorzaakten over de gehele westelijke gemeentegrens een breuk in het landschap, een harde scheiding tussen stad, buurgemeenten en ommeland. Het was niet alleen de intentie en het verlangen van de stadsbouwmeester om deze barrières te slechten. Samen met diverse gemeentes werd gewerkt aan de Binnenduinrand, maar ook in de Intergemeentelijke Structuurscan (IGS) werd duidelijk dat er meerdere ontwerpopgaven lagen. Meervoudig ruimtegebruik ook op infrastructuur werd nationaal, maar zeker ook lokaal, in toenemende mate een dwingende opgave. In samenwerking met de rijksbouwmeester werd meegelift op ‘Nederland wordt anders’. Diverse adviezen van de stadsbouwmeester om te starten met visieontwikkeling op eerder genoemde onderwerpen werden door marktpartijen of coöperaties overgenomen dan wel door de wethouders gehonoreerd. Met name de visie en ontwikkelschets van de stadbouwmeester ‘EKP-lamel’, 2010, die later omgedoopt werd tot ‘ontwikkelvisie Zuid- West’ is ook nu nog in ontwikkeling en actueel. Het betreft een transformatie van een ongeveer twee kilometer lange ‘scharrelstrook’ langs het spoor Haarlem-Heemstede met een zeer divers ruimte gebruik naar een twee kilometer lang en vijftien meter breed stadspark met water waarlangs op maaiveld niveau lichte kantoor en dienstverlenende functies met daarboven woningen. Het zou moeten gaan over verbetering van ruimtelijke kwaliteit en reparatie van het stedelijk weefsel en niet over de kwantiteit van bijvoorbeeld woningaantallen. Ook het eventueel optillen en in een ‘tube’ brengen van het spoor, zoals bijvoorbeeld bij de Randstad-rail zou (met een extra station ter hoogte van de Westergracht)kunnen behoren tot de onderzoeksopgaven. Hiermee zou het spoor op dezelfde hoogte kunnen blijven als bij station Haarlem en Heemstede met een groot cadeau aan ruimte onder het opgetilde spoor ten behoeve van onderdoorgangen, studio’s en parkeergarages. Het meervoudig, efficiënter ruimtegebruik waren een belangrijk onderwerp wat betreft de gehele Westelijke Randweg. Met globale voorstellen ter plaatse van kruispunten en viaducten op de Westelijke Randweg en het inzichtelijk maken van ruimtelijke kwaliteit voerde de stadsbouwmeester gesprekken met wethouders en gedeputeerden van de Provincie, maar ook in de stuurgroep bereikbaarheid. Recentelijk heeft dit geleid tot ontwerpateliers en de start van een gebiedsvisie rond de kruising Zijlweg, Westelijke Randweg, in samenwerking met buro Kuiper compagnons. In feite zal het ook hier gaan om investeringen in de openbare ruimte voor met name de eigenaren: gemeentes en provincie met uiteindelijk een enorme opbrengst in de verschillende fysieke en virtuele domeinen.